Onderzoek & Rapporten
|
Trends & Markt Inzichten
Download de Overname BarometerDit is de Overname Barometer, het halfjaarlijkse onderzoek van Dealsuite. Hierin vindt u cijfers en trends over de Nederlandse MKB overnamemarkt (bedrijven met 0,5 tot 50 miljoen euro omzet) van het afgelopen half jaar.
Doelstelling van dit onderzoek is het creëren van periodieke informatie die leidt tot meer transparantie en fungeert als benchmark voor een ieder die professioneel actief is in de markt voor fusies en overnames. Dit onderzoek is gehouden onder 289 overnameadvieskantoren, die tezamen verantwoordelijk zijn voor ruim 90% van de transacties in de MKB-markt.
Wij denken met deze Overname Barometer een bijdrage te leveren aan meer inzicht in de MKB overnamemarkt, hetgeen naar onze overtuiging leidt tot meer en betere deals.
Na jaren van schommelingen is onzekerheid geen uitzondering meer, maar standaard geworden. Sinds 2020 wordt de M&A-markt geconfronteerd met een aaneenschakeling van externe invloeden: hoge inflatie, snel stijgende rentevoeten, geopolitieke spanningen in en buiten Europa, en mondiale handelsoorlogen die de economische dynamiek onder druk zetten. Waar deze factoren in eerdere jaren nog leidden tot terughoudendheid bij kopers en verkopers, lijkt er inmiddels sprake van een structurele aanpassing. Veel dealmakers hebben zich aangepast aan deze nieuwe realiteit, waarin veranderlijkheid eerder regel dan uitzondering is. Die aanpassing markeert het ontstaan van een ‘nieuw normaal’ dat zichtbaar is in de gehele M&A-markt, maar zeker in het MKB-segment, dat van oudsher al minder vatbaar is voor macro-economische schommelingen. Ook nu laat het MKB-segment weer een relatief stabiel beeld zien, ondanks de aanhoudende externe onzekerheden. Dat vertaalt zich in een markt die veerkrachtiger oogt dan voorheen.
In de eerste helft van 2025 bleef het aantal M&A-transacties in Nederland over het algemeen stabiel in vergelijking met de tweede helft van 2024. Bij 63% van de ondervraagde M&A-adviseurs bleef het volume op vergelijkbaar niveau. Daartegenover rapporteerde 21% een stijging in het aantal transacties, terwijl 16% juist een daling waarnam. De markt beweegt daarmee zijwaarts, met een licht positief sentiment onder dealmakers.

Hoewel er geen sprake is van uitgesproken groei, laat de markt zien dat zij zich veerkrachtig opstelt onder aanhoudende externe druk. In plaats van terughoudendheid lijkt volatiliteit steeds meer te worden geaccepteerd als een vast onderdeel van het speelveld.
In de eerste helft van 2025 is de gemiddelde dealwaarde gestegen ten opzichte van de tweede helft van 2024. Deze toename is met name het gevolg van een duidelijke verschuiving van kleinere naar middelgrote transacties. Het aantal deals onder €2,5 miljoen daalde met 9 procentpunt, terwijl het aantal transacties in de categorieën tussen €2,5 miljoen en €10 miljoen in totaal met 12 procentpunt toenam. Hoewel het aantal transacties boven de €10 miljoen licht daalde (–3 procentpunt), werd de stijging in de gemiddelde dealwaarde ruimschoots gecompenseerd door de groei in het middensegment.

Het aantal verwachte transacties in een sector wordt beïnvloed door uiteenlopende markt-, branche- en financieringsgerelateerde omstandigheden. Om inzicht te krijgen in de verwachte verschuivingen, is adviseurs gevraagd in welke sector zij in H2-2025 de grootste toename dan wel afname in het aantal transacties voorzien. Iedere respondent kon daarbij één sector aanwijzen. De resultaten zijn weergegeven in twee grafieken met de drie sectoren die het vaakst zijn genoemd voor respectievelijk een stijging en een daling.
Voor de verwachte toename werd Bouw & Installatietechniek het vaakst genoemd als grootste stijger (21% van de respondenten), gevolgd door Softwareontwikkeling (19%) en Zakelijke dienstverlening (17%).

Voor de verwachte afname kwam Detailhandel het vaakst naar voren als grootste daler (27% van de respondenten), gevolgd door Horeca, Toerisme & Recreatie (19%) en Media, Reclame & Communicatie (17%).

De resultaten staan in de onderstaande Figuur 5 nader toegelicht. Het betreft opdrachten die in H1-2025 zijn binnengekomen en die tot een transactie zijn begeleid in H1-2025, maar het kan ook zijn dat ze pas in H2-2025 tot een transactie zullen leiden of afgebroken worden.
De helft van de adviseurs rapporteert een vergelijkbaar aantal opdrachten in H1-2025 (49%). 39% van de adviseurs zag een afname in het aantal opdrachten in H1-2025 en 12% rapporteerde een toename in het aantal opdrachten.

In de eerste helft van 2025 is de beschikbaarheid van financiering voor overnames in Nederland merkbaar toegenomen, parallel aan een periode van dalende rentes en herstel in de kredietmarkt.
22% van de M&A-adviseurs gaf aan dat financiering in H1-2025 makkelijker beschikbaar was dan in H2-2024, terwijl 57% dit als vergelijkbaar ervoer. Voor H2-2025 verwacht 25% een verdere verbetering van de financieringsvoorwaarden, tegenover slechts 4% die een verslechtering voorziet.

Sinds de eerste helft van 2015 rapporteert Dealsuite elk half jaar de gemiddelde multiples per sector; de gemiddelde EBITDA-multiple die wordt betaald voor een onderneming in een specifieke sector. In dit onderzoek is uitvraag gedaan naar de huidige betaalde multiples op basis van (herziene) inzichten van de respondenten. De resultaten worden weergegeven in Figuur 8. De gerapporteerde multiples zijn gebaseerd op de enterprise value (EV) van de overgenomen ondernemingen.
De gemiddelde EBITDA-multiple is in H1-2025 stabiel gebleven op 4,9. In de afzonderlijke sectoren zijn zowel stijgingen als dalingen te zien. Zo nam de multiple in de sector IT-dienstverlening toe van 6,5 naar 6,7, terwijl de multiple in de Agri & Food sector afnam van 5,6 naar 5,4. De softwareontwikkelingssector behoudt de hoogste gemiddelde EBITDA-multiple, die licht steeg van 7,3 naar 7,4.

Een bedrijfswaardering is per definitie bedrijfsspecifiek en afhankelijk van tal van factoren, zoals groei, winstgevendheid, marktpositie en risico’s. Een multiple is op zichzelf geen volledige waarderingsmethode, maar fungeert wel als een nuttige crosscheck voor waarderingen, met name voor vergelijkbare transacties in de nabije toekomst.
Figuur 9 toont de spreiding van EBITDA-multiples per sector. Een sector kan een breed scala aan bedrijven met verschillende karakteristieken bevatten, wat verklaart waarom er in sommige sectoren een grotere spreiding zichtbaar is dan in sectoren met meer soortgelijke bedrijven. De tabel toont de bandbreedte waarbinnen EBITDA-multiples per sector doorgaans liggen. In de praktijk komen echter ook transacties voor met aanzienlijk hogere of lagere multiples.
Om een representatief beeld te geven van het doorsnee bedrijf binnen een sector, en een range te tonen waar de meeste bedrijven globaal tussen vallen, corrigeren we voor de twee grootste uitschieters per sector.

De omvang van een onderneming is een bepalende factor voor de hoogte van de waarderingsmultiple. Voor het Nederlandse MKB is het essentieel om de invloed van de Small Firm Premium zorgvuldig in kaart te brengen, vooral bij bedrijven met een EBITDA tussen €200.000 en €10.000.000.
In dit verband wordt EBITDA gehanteerd als indicator voor de bedrijfsomvang. Een grondige analyse van de relatie tussen bedrijfsomvang en waarde levert waardevolle inzichten op voor een nauwkeurigere waardering binnen het MKB. Uit onderzoek blijkt dat kleinere ondernemingen een verhoogd risico kennen op het niet realiseren van verwachte vrije kasstromen (Damodaran, 2011; Grabowski & Pratt, 2013). Factoren zoals afhankelijkheid van enkele klanten of leveranciers, of specialistische kennis die samenhangt met specifieke medewerkers, kunnen het rendement en daarmee de waarde van een onderneming sterk beïnvloeden. Dit hogere risicoprofiel wordt gecorrigeerd via de zogeheten Small Firm Premium, die leidt tot een lagere waardering. Hierdoor liggen de EBITDA-multiples voor grotere bedrijven structureel hoger dan voor kleinere ondernemingen.
De invloed van bedrijfsomvang op betaalde EBITDA multiples staat gepresenteerd in Figuur 10A en 10B.
Het verschil in de EBITDA multiple tussen bedrijven met een genormaliseerde EBITDA van € 200.000 en €10.000.000 bedraagt 3,2 (3,5 ten opzichte van 6,7). De verschillen tussen grote en kleine MKB bedrijven zijn in het afgelopen halfjaar toegenomen.



De analyse van EBITDA-multiples per land onderstreept de mogelijke voordelen van grensoverschrijdende transacties. Zo kan het aantrekkelijk zijn om een onderneming in het buitenland over te nemen, of juist het eigen bedrijf te verkopen aan een buitenlandse koper. Figuur 11 toont de variaties in EBITDA-multiples binnen verschillende Europese markten.

Het gebruik van AI in M&A-processen is in de afgelopen twee jaar aanzienlijk toegenomen. In H1-2023 gaf slechts 7% van de respondenten aan regelmatig gebruik te maken van AI; in H1-2025 is dat percentage gestegen naar 43%. Daarmee lijkt AI een structurele rol te hebben gekregen binnen het M&A-landschap.

In 2023 vroegen we M&A-adviseurs naar de verwachte toegevoegde waarde van AI in hun werk. Twee jaar later blijkt dat veel van die verwachtingen zijn uitgekomen. Vooral bij marktonderzoek en het sneller evalueren van targets wordt AI inmiddels als duidelijk waardevol ervaren. Bij het identificeren van off-market kansen is het beeld gemengd: de toegevoegde waarde is iets minder groot dan destijds verwacht, maar wordt wel breed erkend. Voor due diligence en juridische documentatie zien adviseurs vooral beperkte ondersteuning – zoals ook in 2023 al werd voorzien. Post-merger integratie blijft het domein waarin AI vooralsnog nauwelijks als waardevol wordt beschouwd.

Macro-economische ontwikkelingen kunnen effect hebben op het gebruik van specifieke dealvoorwaarden (deal terms). In deze editie van de Overname Barometer is onderzoek gedaan naar de inzet en de frequentie van de verschillende dealvoorwaarden. De resultaten zijn af te lezen in Figuur 14.
In de eerste helft van 2025 bleef het gebruik van gangbare dealvoorwaarden in M&A-transacties grotendeels stabiel ten opzichte van de tweede helft van 2024. Met name garanties en vrijwaringen werden in vrijwel hetzelfde tempo toegepast. Opvallend is de toename in het gebruik van earn-outs en vendor loans, wat duidt op een groeiende behoefte aan risicospreiding tussen koper en verkoper. Ook het gebruik van opschortende voorwaarden en vermogensinstandhoudingsverklaringen nam licht toe.

De overnamemarkt is een ‘verkopersmarkt’, er is structureel meer vraag dan aanbod. De verhouding tussen vraag en aanbod op de overnamemarkt verschilt per sector. Overnameadvieskantoren is gevraagd om per sector aan te geven hoeveel serieuze geïnteresseerden zich gemiddeld melden bij een onderneming die te koop wordt aangeboden. Deze uitkomsten zijn weergegeven in Figuur 15.
Diverse factoren kunnen van invloed zijn op het aantal geïnteresseerde partijen. Dit wordt onder andere beïnvloed door financieringsvoorwaarden, economische onzekerheid of sectorontwikkelingen die de koopbereidheid beïnvloeden. Waar het gemiddeld aantal geïnteresseerde partijen per onderneming tussen 2022 en 2023 daalde, was er in H1-2024 weer een stijging zichtbaar in de meeste sectoren. In dat half jaar meldden zich gemiddeld 7 serieuze geïnteresseerden per aangeboden onderneming. In H1-2025 is dat aantal echter weer iets afgenomen, naar gemiddeld 6,1 partijen.

De outlook voor de MKB-overnamemarkt in Nederland is gebaseerd op veel factoren. De overname-advieskantoren is gevraagd om hun verwachtingen voor H2-2025 weer te geven aan de hand van een rapportcijfer. Daarin wordt onder andere meegewogen: het aantal ondernemers dat hun bedrijf wil verkopen, het gemak van het verkrijgen van financiering en de macro-economische ontwikkelingen. Tevens is adviseurs gevraagd naar hun indruk van het afgelopen half jaar (H1-2025) en dit uit te drukken in een rapportcijfer. Het vergelijken van deze antwoorden geeft een reëel beeld van het vertrouwen van de adviseurs in de markt.
In Figuur 16 is de indruk van het afgelopen halfjaar weergegeven. De ruime meerderheid van adviseurs (86%) had een positieve indruk van de eerste helft van 2025, terwijl 14% minder tevreden was over de resultaten. Het gemiddelde rapportcijfer voor H1-2025 kwam uit op een 6,9.

De verwachtingen voor H2-2025 zijn positief. 79% van de respondenten is optimistisch over het komende half jaar. Het verwachte rapportcijfer voor H2-2025 is een 6,7


Ruim 75% van alle overnametransacties in Nederland vindt plaats in de MKB-markt (CBS microdata, 2024). Dit Overname Barometer onderzoek werd gehouden onder 289 fusie & overnameadvieskantoren (+/- 1.200 overnameadviseurs). Uitgedrukt in het aantal begeleide transacties vertegenwoordigen deze kantoren ruim 90% van de Nederlandse MKB overnamemarkt. De Nederlandse MKB-markt is hierbij gedefinieerd als bedrijven met 0,5 tot 50 miljoen euro omzet.
Aan deze tweeëntwintigste editie van de Overname Barometer werkten 126 van de in totaal 289 overnameadvieskantoren mee, een respons van maar liefst 44%. Zowel het absolute aantal responses (N) als het procentuele aantal responses ondersteunen de representativiteit van dit onderzoek.
De onderzoeksopzet is op aanvraag beschikbaar. Gehanteerde bronnen:
• 126 vragenlijsten ingevuld door het senior management van deelnemende advieskantoren.
•Dealsuite M&A Monitor onderzoeken Q1-2015 t/m H2-2024.
•Dealsuite. (2025). M&A mid-market trends report 2025.
•Brookz transactiedatabase 2005 – 2025 (2025).
•Damodaran (2011). Equity Risk Premiums (ERP).
• Harding, D., & Rovit, S. (2004). Mastering the merger: Four critical decisions that make or break the
deal. Harvard Business Press.
•Bain & Company. (2023, March 28). How companies got so good at M&A.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Jelle Stuij en Roos Bijvoet. Mocht u nog vragen hebben over dit onderzoek, dan kunt u daarover contact opnemen met Floyd Plettenberg, eindverantwoordelijk voor dit onderzoek.


.png)